aan tafel

Smaken verschillen, dat mag duidelijk zijn. Helemaal prima natuurlijk, als je van andere muziek houdt of andere boeken leest dan je vrienden. Dat zijn belevingen die je prima in je eentje kunt doen. Maar het idee van gezelschapsspellen is nou eenmaal dat je er (uitzonderingen daargelaten) andere mensen bij nodig hebt. "Over smaak valt niet te twisten”, maar Jeroen gaat het toch doen.

Mijn beste vriend moet ik altijd maar overtuigen om spellen te spelen, want hij heeft er eigenlijk niet zo veel mee. Nee, dan zijn vrouw, die speelt graag. Maar dan net de spellen waar ik niet van houd. Zij is vooral van de kleine puzzelspellen waar weinig sociale interactie bij nodig is.  Het kaliber easy to learn, hard to master zeg maar. Ze vindt het heerlijk om na te denken over de mogelijke stappen die ze kan zetten en wat voor consequenties dat heeft. Niet zelden moeten we haar er even aan herinneren dat er ook andere mensen meespelen.

Gastschrijver Marije en haar vriend hebben ook een specifieke smaak als het om spellen gaat. Ze willen nooit (echt nóóit) meer Skull of Captain Sonar spelen. Ook Inis, een spel dat ik kortgeleden heb ontdekt waar ik dolenthousiast over ben, hadden ze na één keer eigenlijk wel gezien. “Liever niet”. Dan liever het (fantastische) wielrenspel Flamme Rouge of worker placement-instapper Stenen Tijdperk.

Deze mensen zijn trouwens goed in hapjes.

Wie... is... het doodshoofd?

Bij mij begon de bordspelhobby bij Azul. Typisch het soort spel dat eerdergenoemde bordspelvrinden nog altijd met liefde en aandacht zouden willen spelen. Begrijp me niet verkeerd, Azul heeft ooit mijn hart gestolen. Maar sindsdien heb ik andere spellen leren kennen die ik veel liever zou spelen. Doe mij bijvoorbeeld maar een snel spel waarbij de meningen en verdachtmakingen over en weer de tafel beheersen. Het Wie Is De Mol-achtige element van Secret Hitler vind ik fantastisch. Ook dat is een puzzel, maar je werkt met z’n allen aan dezelfde puzzel. Een stuk spannender, als je het mij vraagt.

Soms val ik mensen lastig met mijn smaak. Ik vergeet dan te checken of iedereen wel behoefte heeft aan dát spel. Of überhaupt aan een spel. Vooral bij mijn niet-bordspelspelende vrienden is dat lastig. Je voelt je toch een beetje invasief als je weer met zo’n spel aankomt. Maar meestal heb ik dat te laat door. Dan zeg ik: “hé, zullen we voorafgaand aan Pandemic Legacy een potje Skull doen?” En dan zakt de moed me in de schoenen als ze aangeven dat ze nog liever een doodshoofd ópeten. Even denk ik dat het aan mij ligt. Dat ik een slecht spel heb uitgekozen. Maar nee. We hebben gewoon een andere smaak.

De balans vinden tussen inhouden en een stapje bijzetten, daar heb ik soms moeite mee. Met dat stapje extra kan je soms mensen net over de streep trekken, maar als je te ver gaat kan dat juist irritatie opwekken. Tenminste, dat denk ik. Er heeft nog nooit iemand tegen mij gezegd: “Jeroen wat ben jij irritant met je spellen.” Maar op de een of andere manier heb ik dat gevoel altijd.

De zieke verbinder

Gelukkig is er ook iets dat ons bindt. Sinds januari vorig jaar komen we met de eerdergenoemde vrienden “maandelijks” bij elkaar om Pandemic Legacy te spelen. U weet wel, dat spel waarbij je een pandemie bestrijdt maar dan dat de pandemie elke keer dat je het speelt een beetje erger wordt. Kost jaren van ons leven, dat spel. Hopelijk kunnen we het uitspelen voordat we aan de op handen zijnde pandemie in de echte wereld ten onder gaan. Grappig eigenlijk, dat Pandemic Legacy ons wél allemaal lijkt te interesseren.

Gisteren speelden we weer een potje. Het is maar goed dat wij niet bij het RIVM werken, want het Pandemic virus heeft ons met de grond gelijkgemaakt. Toch altijd even een domper. Verslagen praatten we even na. Of het door de nederlaag komt weet ik niet, maar we zijn het erover eens dat Pandemic Legacy niet snel genoeg klaar mag zijn. Het is tijd voor andere spellen. Toen vertelde ik over dit artikel en vroeg ik of ze zich in mijn verhaal herkenden. Wat bleek, met z’n drieën bleken ze precies dezelfde smaak te hebben. Spellen als Berenpark, Reef en Sagrada gaan er bij ze in als zoete koek. En hoewel ik al deze spellen bij ze geïntroduceerd heb, zijn het absoluut niet mijn favorieten. Blijk ik ineens de vreemde eend in de bijt te zijn.

Ik pakte mijn tas en haalde Love Letter tevoorschijn, een klein kaartspel met geheime rollen. Heel, heel erg in de verte heeft het iets weg van Secret Hitler. Love Letter is een evergreen, ik kan dat gewoon niet zat worden. Het was weer zo’n momentje waarop ik dacht dat ik mensen lastig zou vallen. Maar er werd verheugd gereageerd. De vriend van Marije vroeg een paar keer of hij deze versie (gekocht op SPIEL) mocht overnemen. “Nee. Reef mag je zo hebben, maar Love Letter doe ik voor geen goud weg.”

Smaakt goed, zo’n bordspel.