Raymond en Noa: "Dat denk ik dan, hè, dat ik grappig ben."
Vandaag interview ik Raymond, een stamgast in onze spellengroep, en zijn dochter Noa (10). Voor Noa zijn spellen een onmisbaar onderdeel van haar dag, voor Raymond zijn ze vooral gezellig. Ze wilden al tijden geïnterviewd worden en lezen trouw deze site. Op Oudjaarsavond, die we met onze twee gezinnen vieren, is het eindelijk zo ver.
Noa is bij Raymond op schoot gaan zitten. Rond de tafel luistert de rest van het gezelschap mee.
Zijn jullie er klaar voor?
Noa, met een schuin oog naar de laptop: “Ik heb alle vragen al gelezen.” Ze hebben zich voorbereid, wil ze maar zeggen.
Dan weten jullie vast waar ik altijd mee begin.
“Ja, we hebben een top vijf bedacht.” Een gezamenlijke, aangezien ze het meest met elkaar spelen, binnen het gezin. “Elke dag wel, voor het slapen gaan,” vertelt Noa. Ik bedenk me wat mijn kinderen op dat uur van de dag doen. Geen spellen in ieder geval.
“Op één staat Ligretto,” begint Noa. “Daar moet je veel bij nadenken en daar hou ik van. En ik win ook vaak.” Raymond knikt bevestigend. “Op twee staat Take 5, want die hebben we net nieuw. Daarbij moet je ook goed nadenken en vooruitkijken.” Raymond: “Bij Take 5 kan jij ook heel goed je verlies nemen. Dan neem je een ronde strafkaarten, zodat je een ronde later weer kunt winnen.” Noa knikt ernstig. Je kunt zien dat spellen haar menens zijn.
“Op drie staat Qwixx. Dat hebben we al heel lang en dat blijft gewoon leuk.” Raymond: “Het is ook zo’n spel waar iedereen aan mee kan doen. Niet te moeilijk.” Noa gaat verder: “Op vier staat Dixit. Daar kun je altijd superleuke verhaaltjes bij bedenken en echt je fantasie de vrije loop laten.” Raymond knikt. “In Noa’s hoofd gaat altijd van alles om en dat kan ze in zo’n spel lekker kwijt.”
Een druk hoofd – dat komt doordat Noa hoogbegaafd is. Sinds groep 5 zit ze op een Leonardoschool, waar ze ook Chinees, Spaans, Science en schaken krijgt. Ze begint te stralen als ze het erover heeft. “Ik krijg daar vééééééél meer uitdaging. Chinees is het leukste vak, omdat dat het moeilijkst is.” Voor haar ouders was wel of niet overstappen een groot vraagstuk, waarover ze lang twijfelden. “Je haalt haar toch uit het dorp, weg van haar vriendinnen,” vertelt haar moeder, Martine. Noa vond dat “aan de ene kant wel jammer”, maar is nu “superblij” met de overstap. “Ik heb nou ook veel meer vriendinnen. Alle meisjes uit de klas eigenlijk.” Thuis zijn spellen een fijne manier om Noa uit te dagen, “vooral de spellen waarbij je heel snel moet denken, zoals Ligretto en Set,” vertelt Raymond.
Gaan we verder met de top vijf. “Op vijf staat Wat Schets Je Me Nou?! Daar heb ik altijd zoveel lol mee.” Raymond: “We doen ook altijd allebei erg ons best op de tekeningen. Nou weet ik wel dat je die tekeningen eigenlijk de mist in moet laten gaan, maar wij willen toch vooral goeie tekeningen maken. We zijn eigenlijk te perfectionistisch.”

Niet dat ze verder erg op elkaar lijken. Raymond mag graag zeggen dat Noa die intelligentie niet van hem heeft.
Was dit ook helemaal jouw top vijf, Raymond?
“Nou vooruit, nog één guilty pleasure dan. Ik was als kind verknocht aan het spel Orient Express. Daarin moet je een moord oplossen en dat heb ik tussen mijn tiende en veertiende heel vaak gedaan. Sindsdien niet meer, maar het is een soort mythe in mijn hoofd geworden. Ik vond dat zo intrigerend. Ik heb het spel nog steeds trouwens.”
Dat weet ik, want Raymond heeft al een paar keer voorgesteld het te spelen. Ik schaam me te moeten zeggen dat we het spel tot nu toe genegeerd hebben. Ik stel voor het vanavond te spelen.
Martine: “Dat hoopte hij al een beetje.”
Welk spel willen jullie juist nooit meer spelen?
“Oh, dat weet ik wel,” roept Raymond meteen. “Dat spel met die onderzeeër, hoe heette dat ook alweer? Ja, Captain Sonar. Dat ging me echt veel te diep.” Leuke woordspeling. We speelden dat nog op zijn verjaardag ook, bedenk ik me. “Ik hou niet zo van die moeilijke, lange spellen. Doe mij maar korte spelletjes, waar je van moet lachen. Wat dat betreft herken ik me in het interview met Lily.”
Noa heeft nog geen negatieve ervaringen gehad met spellen. “Nou ja, misschien met Codenames Duet dan. Ik snap dat gewoon niet. Of ik snap het wel, maar ik vind het gewoon niet zo leuk.” Hebben we diezelfde verjaardag aan Raymond cadeau gedaan. Het gaat goed.
Wat vind je zo leuk aan bordspellen?
Noa: “Dat je kunt winnen en verliezen en dat je echt je best moet doen.”
Hoe vind je het om te verliezen? Hoe ga je daarmee om?
“Soms denk ik wel, waarom verlies ik nou?” Ze kijkt er droevig bij. Raymond vult aan: “De ene keer word je er chagrijnig van, de andere keer ga je er goed mee om. Wat je wel soms kan doen, is de handdoek in de ring gooien. Dat vind ik zo vreselijk. Dan is het helemaal niet leuk meer om te spelen, omdat je het gewoon opgeeft.”
Noa kijkt bedachtzaam.
En als je wint?
Noa: “Dan ben ik heel blij. Dan ga ik dansen door de kamer. Maar soms is het juist heel grappig als je verliest. Mijn zusje heeft laatst het spel Pie Face gekregen [een spel waarin je al dan niet een kwak slagroom in je gezicht krijgt – red.] en toen kreeg ik meteen bij de eerste beurt die slagroom in m’n gezicht. Het zat helemaal in m’n haar. Dat was zóó grappig.”
We spelen het die avond nog. Pie Face is ook leuk voor volwassenen.
Raymond vindt het fijn dat spellen hem een-op-een tijd met de kinderen geven. “En met mijn vrouw, als ze meedoet.” Martine schiet in de lach en roept: “Wij hebben andere spelletjes.”
Raymond en Martine hebben een heel gezonde relatie.
Raymond: “We spelen ook vaak spellen met bevriende stellen. Het is gewoon een fijne manier om de avond op gang te houden. Ik ben niet zo’n prater. Spellen geven een sociaal iets, je bent met elkaar bezig en hoeft niet per se een onderwerp te hebben of een gedeelde interesse. Behalve spellen dan.” Hij kijkt naar Martijn en zegt lachend, “ik weet niet hoe lang wij aan de praat zouden blijven, als we geen spellen hadden. Soms sta ik wel eens met een vreemde, dan denk ik, moet ik nu iets zeggen, maar wat dan? Dat kan heel ongemakkelijk zijn. Met spellen heb je daar geen last van.”
Raymond is trouwens een van de sociaalste mannen die ik ken. Niet omdat hij zo’n prater is, maar omdat hij oog heeft voor iedereen in de groep. Hij ziet het eerder dan de rest als iemand hulp of aandacht nodig heeft. Later vanavond zal ik vertellen over mijn neef, die zes jaar geleden onverwacht zelfmoord pleegde. Als de tranen me in de ogen schieten, is het Raymond die opstaat om me een knuffel te geven.
Maar we hadden het over spellen.
Hoe is het om met jullie een spel te spelen?
Noa begrijpt de vraag niet. “Hoe ik ben… Wat bedoel je?” Raymond doet het even voor.
“Hoe ik denk dat ik ben of hoe ik hoop dat ik ben? Ik hoop dat het leuk is om met mij te spelen. Anders kom ik niet meer, hoor, naar jullie bordspelavonden.” We bevestigen dat Raymond een leuke aanwezige is. “Nee maar, dat is wel mijn doel: dat het gezellig is. Ik probeer grapjes te maken, mensen een beetje uit te dagen – dat denk ik dan, hè, dat ik grappig ben. Ik zoek wel een zekere rivaliteit, ik hou van gespeeld gemeen doen. Lorène is vaak het slachtoffer, want die wil graag winnen. En jij natuurlijk.”
Raymond gaat er altijd vanuit dat ik lieg. Heel vermoeiend.
“En wat ik denk… Ik denk dat ik goed ben in spellen. Dat het moeilijk is om van mij te winnen. Maar dat is helemaal niet zo, want ik word haast nooit eerste. Ik eindig meestal tweede of derde. Ik denk altijd dat ik het heel goed doe, maar dan maak ik zulke domme fouten. Dan heb ik een tactiek in mijn hoofd, dan denk ik, dit is het, de rest snapt er niks van, maar dan blijk ik juist domme zetten te doen.”
Noa heeft ondertussen nog steeds geen antwoord. Haar moeder neemt het over: “Noa houdt van het competitieve; die speelt echt om te winnen. Ze vindt spellen heel leuk. Je ziet dat ze ervan geniet. Maar ze kan ook snel geïrriteerd raken.” “Ja,” vult Raymond aan, “daarin is ze heel tegenstrijdig. Ze zoekt het liefst de moeilijkste spellen op, maar als ze die niet snel genoeg snapt, dan haakt ze af.”
Hoe ziet je ideale spellenavond eruit?
Martine: “Privé of…?”
Raymond en Martine hebben een heel gezonde relatie.
Raymond: “Eigenlijk gewoon bij jullie, met een groep volwassenen en dat we veel lachen. Op een vrijdagavond, wat vrienden bij elkaar. Voor mij geen hele nacht met één spel, maar allemaal korte spelletjes.”
Noa: “Ja, dat het héél lang duurt en we allemaal leuke spelletjes doen. Zoveel mogelijk verschillende. Alhoewel, we kunnen ook wel eens achter elkaar door Wat Schets Je Me Nou?! spelen. Dat is ook leuk.”

Wat was tot nu toe je leukste bordspelmoment?
Noa: “Oh, dat weet ik niet… In ieder geval iets met Wat Schets Je Me Nou?!”
Raymond: “Mag het ook iets anders zijn dan een bordspel? Ik heb er een uit m’n jeugd, toen ik jeu de boules deed met mijn vader en mijn broer, op vakantie. Dat is ook een spel, toch? Dat zal me altijd bijblijven. We waren bloedfanatiek! Man, wat vond ik het belangrijk om van hen te winnen.”
Won je ook?
“Ik mag graag denken dat ik de beste was, ja.”
Laatste vraag: van wat voor dingen hou je verder nog?
Noa: “Streetdance, gitaar spelen, knutselen en... tiktoks maken.”
Raymond: “Eeehhhh…”
Machineveiligheid adviseren?
Dat is zijn beroep. Hij schudt gelijk zijn hoofd en kijkt er wat vermoeid bij. Hij is al een tijdje niet zo blij meer met zijn werk. Nee, liever staat hij wat te klooien in de keuken.
Als je zelf mocht kiezen, wat zou je dan voor beroep hebben? Stel dat je vanavond de Staatsloterij wint?
Dat is mijn favoriete vraag trouwens, aan wie dan ook.
“Dan zou ik een kaaswinkeltje starten. Lekker kneuterig, kaasjes en nootjes verkopen, wijntje erbij – heerlijk!” We zien het al helemaal voor ons.
En dan wordt het toch echt tijd de kinderen weer aandacht te geven. Maar dat doen we niet, nee, we leggen Orient Express op tafel en ontdekken in zo’n anderhalf uur [pas op, SPOILERS!] dat de actrice, de kolonel en de waarzegster die arme openbaar aanklager in de salon hebben vermoord. Best een leuk spel eigenlijk.
We nemen ons voor om de spellen van vroeger niet te veronachtzamen. En om tussen eten en bedtijd eens spellen te doen met onze kinderen. Goede gewoonte eigenlijk.