Peter Hein: "Ik krijg genocidale trekjes bij dat spel.”
Ik kom de laatste tijd op de raarste plekken. Was ik laatst nog op een boerderij? Vandaag stap ik binnen in het Centraal Bureau voor Statistiek in Leidschenveen. Ik ben hier om Slimste Mens in de winter van 2019 én hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen te interviewen. Oh ja, hij heeft ook nog een eigen spellenblog. Ik denk niet dat hier paarden of koeien zijn. Toch voelt deze wereld minstens even vreemd als de boerderij.
De receptioniste zegt dat de heer Van Mulligen zo wel zal komen. Ik probeer mijn kalmte te bewaren en neem plaats in de wachtruimte. Peter Hein begroet mij geroutineerd en vriendelijk en leidt me door een soort glazen Star Trek-cilinder. Het is een sluis die eerst dichtgaat aan de achterkant voordat hij opengaat aan de voorkant. Wat volgt is iets minder futuristisch: we komen terecht in een gewone kantine en drinken een gewoon kopje koffie. Het is even wennen, zo’n bekende Nederlander tegenover je. Maar eigenlijk is ook Peter Hein heel gewoon. Hij complimenteert de website omdat we ons “meer richten op de spelers en de ervaring dan de spellen zelf.” Gelukkig, hij snapt ons.
Bedankt voor het compliment. Waarom heb jij spellengek.nl eigenlijk opgezet?
“Tijdens mijn studie in Groningen speelde ik veel Magic. Dat werd rond die tijd populair. Er was toen niks op het gebied van spellenwebsites. Boardgamegeek bestond nog niet eens. Ik heb toen een hele primitieve site opgezet voor het ruilen van kaarten. Daar verschenen ook stukjes op over spellen, recensies kun je ze niet eens noemen. Toen ik zelf op zoek ging naar recensies bleken er geen websites te zijn die hierover schreven, al helemaal niet in het Nederlands. Ik besloot daarom maar zelf iets op te zetten. Dat was het begin van spellengek.nl en inmiddels zijn we twintig jaar en ruim duizend recensies verder.”
Dat zijn vrij veel jaren en vrij veel recensies. Merk je trouwens dat je relatie tot spellen verandert door het schrijven van recensies? Ik heb gemerkt dat spellen minder bijzonder zijn als je ze ontleedt in recensies. Ik vind dat jammer, het is niet voor niets dat wij geen recensies schrijven. Hoe zie jij dat?
“Ik geloof niet dat ik dat jammer vind. Het schrijven van een recensie dwingt je om vragen te stellen als: waarom vind ik dit leuk? En daar op een gestructureerde wijze mee om te gaan. Tijdens het schrijven kan het zomaar gebeuren dat een spel hoger, of juist lager gewaardeerd wordt omdat je er anders over nadenkt. Het is wel zo dat elk nieuw spel minder verrassend wordt naarmate je er meer kent, maar dat komt niet door het schrijven van recensies.”
Hoe verhoudt je rol als hoofdeconoom zich tot je bordspelhobby? Zijn er raakvlakken, of zijn het twee aparte werelden?
“Hier bij het CBS hebben we wel iets met getallen. Ik heb veel collega’s die spellen spelen, al ben ik zelf waarschijnlijk de meest fanatieke. Ik heb gemerkt dat mensen die van complexere spellen houden over het algemeen cijfermatiger zijn.”
Is dat zo?
“Ja. Mijn overtuiging is dat alle mensen wel van een spelletje houden. Een Dixit of Ticket to Ride kan je overal wel op tafel leggen. Maar voor de grotere, complexere spellen heb je een bepaald interesseveld nodig. Als je niks met getalletjes hebt kan ik me niet voorstellen dat je het leuk vindt om uit te pluizen dat je voor actie A 15 punten krijgt, terwijl een andere actie je 16 punten oplevert.“
Dat zou wel eens kunnen kloppen. Ik ben zelf van de wat minder complexe spellen. En ik houd ook niet echt van cijfertjes. Oeps, kan ik dat hier wel hardop zeggen?
“Pek en veren.” Peter Hein lacht erbij, maar ik zie dat het menens is. “In feite is elk spel een puzzel. Soms is het goed verborgen, zoals bij Dixit. Dat lijkt misschien een groepsactiviteit, maar je moet daar ook je brein breken over wat de ander bedoelt. Op de een of andere manier wordt je brein geprikkeld als je spellen speelt.”
Noem 3 tot 5 spellen die een beeld geven van je spellensmaak.
“Ik houd van redelijk complexe spellen. Denk aan Puerto Rico bijvoorbeeld. Een overblijfsel uit mijn Magictijd is dat ik dol ben op spellen die snel spelen maar waarbij je toch veel opties hebt. Zoals Race to the Galaxy. Als familiespel kies ik voor Ticket to Ride. Ik houd ook erg van slagenspellen.”
Slagenspellen?
“Slagenspellen. Denk aan Klaverjassen of Bridge. Traditionele kaartspellen met een twist.”
Weet jij trouwens waarom The Beatles nooit Klaverjasten?
“...”
Paul Mckaartnie.
Peter Hein kijkt me strak aan. Heel even lijkt hij op te willen staan. “Goed. In dat genre is het beste spel Tai Pan. Sterker nog: Tai Pan is het leukste spel voor vier spelers. Ooit.”
Gewaagde uitspraak.
“Ik ben een man van de statistiek. Ik doe niet aan gewaagde uitspraken. Tai Pan is feitelijk het leukste spel ooit voor vier spelers.” Peter Hein haalt iets uit zijn binnenzak. Het is een spreadsheet op A3. Na het bekijken van deze spreadsheet kan ik inderdaad niet anders concluderen dan dat Tai Pan het beste spel ooit is voor vier spelers.
Tja, tegen deze feitelijke onderbouwing kan ik niet op.
“Zal ik nog een guilty pleasure noemen? Het twaalfjarige jongetje in mij is dol op spellen met plastic poppetjes die een ruimte binnenkomen waar allemaal skeletten zijn die dood moeten. Hero Quest bijvoorbeeld.”
Interessante titels! Van de meeste heb ik nog nooit gehoord. Tai Pan ga ik zeker onthouden. Is er ook een spel dat je juist nóóit meer wil spelen?
Ik heb de vraag nauwelijks uitgesproken of Peter Hein zegt het al: “Robo Rally.” Het lijkt ineens iets kouder in de kantine. Ik krijg kippenvel. Er bekruipt mij, heel even, een gevoel van angst. Dan is het weer weg. “Ken je het?”
Ja, ik heb laatst de nieuwe versie gespeeld. Ik vond het wel aardig, geloof ik. Waarom vind jij Robo Rally zo’n vreselijk spel?
“Het uitstippelen van een route heeft nog wel charme. Maar iedereen doet dat en dan gebeurt er iets willekeurigs waardoor je van je pad wordt gegooid. Maar je programma is al gemaakt door de kaarten en dat wordt gewoon uitgevoerd. Verschrikkelijk irritant. Anticiperen op wat een ander doet heeft ook totaal geen zin omdat je geen idee hebt welke kaarten andere spelers hebben. Het is daarmee een hele vervelende combinatie van serieus nadenken over je route gevolgd door totale chaos. Het spel is te luchtig om serieus te zijn, maar te serieus om grappig te zijn.”
Wow, je vindt dit echt niet leuk hé?
“Als ik miljardair was kocht ik alle exemplaren ter wereld van Robo Ralley op én het intellectueel eigendom op. Ook zou ik alles vernietigen en het uit het collectieve geheugen wissen. Ik krijg genocidale trekjes bij dat spel.”

Dan gaan we maar snel door. Het lijkt alsof spellen in de spreekwoordelijke lift zitten. Kunnen we dat statistisch onderbouwen?
“Nee, maar het zou mij niks verbazen. Hoeveel bezoekers waren er dit jaar op Spellenspektakel? Rond de 14.000 toch? Meer bezoekers dan ooit, vast geen toeval.
Denk ook aan een spel als Wingspan, wat toch een vrij complex spel is. Duidelijk niet voor iedereen maar het was al heel snel uitverkocht. Is dat omdat er maar 50 exemplaren zijn gemaakt of omdat het heel erg aanslaat?”
Mogelijk heeft dat met het thema te maken. Vogels spreken blijkbaar tot de verbeelding.
“Dat is goed mogelijk, maar Wingspan heeft wel een prijskaartje van 45-50 euro. De meeste mensen hebben dat niet voor een dergelijk spel over. Geen luchtige uitgave waarvan je zou denken dat mensen dat vanwege de vogels meenemen.
We hebben zelf geen cijfers van het aantal verkochte spellen. We nemen wel prijzen van verschillende spellen mee voor ons inflatiecijfer. En we nemen alleen prijzen mee van producten die vaak verkocht worden. Dat zegt al iets.”
Op SPIEL waren zo’n 209.000 bezoekers en dat worden er ook elk jaar meer. Dat is ook wel een teken aan de wand.
“Ik denk wel degelijk dat het in de lift zit inderdaad. Sommige spellen zoals Catan en Ticket to Ride dragen hier alleen maar aan bij.
Heb je iets meegekregen van de ophef over de naam Catan? Dit was vorig jaar. Vroeger heette het Kolonisten van Catan, maar de Duitse uitgever Kosmos wilde de naam overal hetzelfde hebben om het merk herkenbaarder te maken. Net als Monopoly, dat ook overal dezelfde naam heeft. Alleen was er toen een journalist die zei: oh het woord ‘Kolonisten’ mag niet meer gebruikt worden. Dat is na ‘blanken’ het volgende woord dat we niet meer mogen zeggen. Er ontstond een klein relletje. Zelfs Klaas Dijkhoff zei toen dat hij thuis nog “gewoon Kolonisten van Catan zou spelen”. Wat je daar verder ook van vindt, er was op dat moment niemand die zei ‘Catan, wat is dat eigenlijk?’ Iedereen begreep direct dat het om het bordspel ging. De controverse ging om de naam, maar het positieve is dat Catan blijkbaar gemeengoed is geworden. Iedereen kent het, heeft het gespeeld of weet in ieder geval dat het bestaat.”

Wat een leuke observatie zeg. Zo had ik het nog niet bekeken. Stel: je mag iedereen kiezen. Met wie zou jij nog een bordspel willen spelen?
“Reiner Knizia, mijn favoriete spelontwerper. Hij heeft onder andere Regenwormen ontworpen. Hij is altijd met een nieuw spel bezig en test dit met een groepje vrienden. Daar zou ik graag eens bij aan willen schuiven.
En natuurlijk vind ik het leuk om met mijn vrouw en kinderen spellen te spelen.”
Wat een sociaal gewenst antwoord.
“Maar ik meen het wel. Het is vooral leuk om te zien dat mijn dochter bepaalde spellen ineens snapt. En de tafel aanveegt met drie volwassen kerels.”
Wat is je leukste bordspelmoment?
“Er zijn er te veel om op te noemen. Zoals bij de vorige vraag. Een ander leuk voorbeeld is toen ik met mijn broer, zus en zwager Time’s Up speelde. Mijn zus was toen zwanger en moest op een gegeven moment zo enorm hard lachen dat ze in haar broek plaste. De precieze aanleiding weet ik niet meer, maar dat was wel erg leuk.”
Wat vind je verder nog leuk, naast spellen?
“Niets. Nee hoor, ik vind het leuk om samen met mijn vrouw en kinderen dingen te doen. En ik houd ook erg van lezen.”
Bedankt voor het interview.
Voordat ik besef wat er gebeurt doet Peter Hein zijn cape weer om en vertrekt hij door de Star Trek-cilinder naar het Land van de Cijfers, waar ze statistieken bijhouden en complexe spellen snappen. Een land dat ik waarschijnlijk nooit volledig zal kunnen begrijpen. Gelukkig begrijp ik Peter Hein van Mulligen na vandaag wél iets beter.
Volgende week in Ich bin ein boardgamer: psycholoog Niels, die ik nog maar één keer had gezien voor ons gesprek. Hij heeft allemaal interessants te melden over psychische klachten en spellen. En mensen. Dus dat belooft wat. Heb jij (ja, jij lezer!) iets te melden over spellen en wil je ook geïnterviewd worden? Meld je aan via het contactformulier of mail naar Jeroen.