Bordspelers in het wild!
“We zouden ze eigenlijk moeten aanspreken,” zeg ik. Martijn knikt, glimlacht. “Ga het maar doen.” “Ik zou het eigenlijk moeten doen,” beaam ik. Stilte.
Mijn man en ik zijn een weekendje in Haarlem. Onze drie kinderen hebben we in verschillende asielen ondergebracht en zelf slapen we in een of ander hip appartement. We zitten nu in stadscafé Bar Boef, “de huiskamer van Haarlem”, om een hapje te eten. Aan de muur hangt een troepje kisten met bordspellen, de reden dat dit café me trok. Je kunt je afvragen waarom, want met z’n tweeën praat ik eigenlijk liever. Ik vind het aanbod ook niet geweldig: ik zie 30 Seconds, Monopoly en Triviant. Tegen half tien hebben we nog niemand een spel zien pakken. Ook ons zelf niet.
“Moet je kijken!” fluister ik dan tegen Martijn. Twee jonge vrouwen hebben het spel Regenwormen gepakt en zijn aan de bar gaan zitten. Bordspelers in het wild! Martijn trekt zijn wenkbrauwen op. “Leuk. Goed spel.” We zijn zo aan de rekening toe. Beetje vroeg om al naar het appartement te gaan. “We zouden ze eigenlijk moeten aanspreken,” zeg ik. Martijn knikt, glimlacht. “Ga het maar doen.” “Ik zou het eigenlijk moeten doen,” beaam ik. Stilte. “Weet je wat,” zegt hij, “ik ga zo naar de wc en dan zie ik wel wat jij geregeld hebt.”

Skinny jeans
De bordspeler in het wild verschilt per habitat. Op de kleinere spellenbeurs vind je vooral de niche speler voor wie bordspellen heilig zijn. Minder gehecht aan persoonlijke verzorging, herken je hem aan zijn ruime t-shirt en ietwat typische geur. Op grotere spellenbeurzen zie je vooral jonge gezinnen in matching outfits – klaar voor de jungle, lijkt het – als ook jonge stellen met piercings en groepjes mannen met baarden. De soort die wij nu zien is zeldzaam. Alleen vrouwen, allereerst. Net afgestudeerd, gok ik, qua leeftijd en stijl. De één draagt een lange, smalle rok met daaronder zwarte kistjes, de ander een skinny jeans met daarboven een zwart shirt.
Dan sta ik in een opwelling op. Eén voor allen, allen voor bordspellen!
Als Martijn terug is van de wc, heb ik niks geregeld. Ik ben bang de zeldzame soort af te schrikken. “Wat als ze nee zeggen?” fluister ik. Hij: “Waarom zouden ze dat doen?” Ik: “Vraag jij het anders. Weet je wat, ik daag je uit! Ik daag je uit ze te vragen!” Martijn glimlacht rustig. “Ik zie wel wat je hier probeert te doen.” Ik zucht. We blijven allebei zitten. Niet veel later staan de vrouwen op om een nieuw spel uit te zoeken. “Dit is het ideale moment,” zeg ik. Martijn knikt. “We gaan het niet doen, hè?” Hij haalt zijn schouders op. “Jammer,” mompel ik. “Het had heel leuk kunnen zijn.”
Ik vraag me stilletjes af tot welke soort wij behoren.
Liftspel
De vrouwen gaan zitten met een doosje Qwixx. Hee, dat kennen wij ook. Dan sta ik in een opwelling op. Eén voor allen, allen voor bordspellen! Martijn kijkt me verbaasd na. Ik loop naar de bar, wijs naar Qwixx en zeg: “Dat is een leuk spel. Mogen wij misschien met jullie mee doen?” Ik wijs naar Martijn, die een soort van zwaait. Ja, ja, lachen de vrouwen, natuurlijk mag dat. Schuif maar aan. We pakken een barkruk, verhuizen onze jassen en vissen een tweede pen op. De vrouwen scheuren extra invulblaadjes af en geven Martijn beleefd de eerste beurt. Qwixx is een rol-en-schrijfspel: je gooit wat dobbelstenen en zet kruisjes op een papiertje. Licht als liftmuziek, prima achtergrond bij een eerste ontmoeting.
Tijdens het dobbelen doe ik veldonderzoek. Die met de skinny jeans heet Michelle, die met de lange rok en de kistjes Eline. De een komt uit Haarlem, de ander uit Delft. Ze kennen elkaar van een vroeger horecabaantje en zoeken elkaar nog af en toe op. Ze hebben beide gestudeerd: Eline Media & Cultuur in Amsterdam, Michelle Media & Entertainment in Leeuwarden. Eline doet nu een traineeship voor de rijksoverheid, iets met penitentiaire inrichtingen. Michelle doet… ook iets. Nou ja, ze zei het wel, maar ik moest denk ik net dobbelen. Sorry Michelle. Het was in ieder geval niet iets in de media.

“Daar zitten al die gevangenissen, toch?”
Toch best een goede bordspelkroeg
Eline is de grotere bordspelfan van de twee. Ze bezit met haar vriend zo’n twintig spellen, waarvan Robinson Crusoë nu de favoriet is. Oeh, dat is een spel voor gevorderden! (Ik zie Martijn opveren). Ja, nou, kreeg ze ook maar aangeraden in een spellenwinkel. Het is behoorlijk complex inderdaad, maar heel leuk, omdat je moet samenwerken. Verder speelt ze Carcassonne en nog wat kleinere spellen. Michelle vindt spellen vooral “leuk voor in de kroeg.” Ze komt graag in Bar Boef, omdat er altijd wel iets te doen is. Ondertussen hebben we Qwixx wel gezien. We schakelen naar het kaartspel Take 5 (ook wel "6Nimmt" in het buitenland), dat heel goed schijnt te zijn (zie dit superleuke reviewfilmpje van Shut Up & Sit Down).
Of we ook in Haarlem wonen. Nee, weekendje weg. We hebben wel jaren in Amsterdam gewoond, maar wonen nu alweer een tijdje in Drenthe. “Veenhuizen, echt waar?” roept Eline. “Daar zitten al die gevangenissen, toch?” Kent ze vanuit haar traineeship. Ik vertel over wonen op het platteland – veel ruimte, veel tijd, bordspellen welkom. En over Spellen Zonder Stekker, over onze missie om mensen met bordspellen bij elkaar te brengen. “Vandaar dat we jullie ook zomaar aanspraken.” Ja, dat had Eline nog niet eerder meegemaakt. Leuk om zo ineens nieuwe mensen te ontmoeten. “Ik ga jullie website onthouden,” belooft ze goedhartig.
Dan is het tijd voor de trein naar Delft. Als ik Take 5 terug leg, moet ik door een flinke groep twintigers heen. Eén van hen staat uit te leggen hoe Cards Against Humanity werkt, een ander wil juist liever 30 Seconds doen. Hm, denk ik, toch best een goede bordspelkroeg.

Begin van iets groots
Ons appartement ligt vlakbij het station, dus nemen we afscheid van Michelle en lopen we nog even op met Eline. “Je moet ook eens naar Delft komen,” zegt ze onderweg. “Daar heb je meerdere bordspelcafé’s en een heel goede spellenwinkel.” In mijn hoofd tekent zich een web af over heel Nederland, waarvan de oplichtende uiteindes coole bordspelers zijn zoals Eline. Ik zeg het niet hardop. Wel beloof ik een keer in Delft te komen kijken. We fantaseren nog wat over een toekomstig Spellen Zonder Stekker-festival en dan is het tijd om afscheid te nemen. We zwaaien Eline uit en slaan de straat in van ons appartement.
Als Martijn en ik ons huurappartement binnenlopen, bedenk ik me dat er eigenlijk niks bijzonders is gebeurd. We zaten in een café, we ontmoetten twee mensen, we speelden spelletjes. Toch voelt het alsof de wereld aan mijn voeten ligt, alsof dit het begin is van iets groots. “Ik ben trots op jou,” zegt Martijn en hij omhelst me.
Spellen Zonder Stekker – het zou nog wel eens heel leuk kunnen worden.